Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 27a Toeslag op nabestaandenpensioen
1
De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, heeft tot de eerste dag van de maand waarin hij die leeftijd bereikt recht op een toeslag op zijn volgens de voorgaande artikelen berekende pensioen ten bedrage van 15 percent van dat pensioen voorzover berekend over tijd vóór 1 augustus 2003 en van 7,5 percent voorzover berekend over tijd na 31 juli 2003, behoudens het bepaalde in het tweede en vierde lid.
2
Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een pensioen als daar bedoeld verstaan het pensioen nadat eventueel hoofdstuk 17 toepassing heeft gevonden.
3
Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van degene die recht heeft op bijzonder nabestaandenpensioen, noch degene wiens nabestaandenpensioen wegens hertrouwen of een aanmelding opnieuw is vastgesteld.
4
De in het eerste lid bedoelde toeslag bedraagt ten hoogste vijftien percent van f 72.309,80 [Red: per 1 januari 2008 38.727,06] . Dit bedrag wordt telkens aangepast bij de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 105, derde lid, overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat, omgerekend naar euro's, op 1 januari 1985 28 678,91 bedroeg.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.